Plek kiezen
Kies altijd een plek waar de zon goed kan komen. Bloem- en kruidenmengsels groeien goed op schralere
grond (minder organische stof).
Niet bemesten, want met bemesten stimuleer je veelal ongewenste kruiden zoals melganzevoet, perzikkruid
en grassen zodat deze de overhand kunnen krijgen.
Grond voorbewerken
Veelal is een grondkerende bewerking met frees, schop of ploeg noodzakelijk. Daarna een mooi fijn
zaaibed maken met hark of eg. Je kunt dit zaaibed ook gebruiken als vals zaaibed. Dan zaai je het
kruidenmengsel niet in, maar hark je het na 1 á 2 weken opnieuw zodat de opkomende onkruiden
doodgaan en dan zaai je het pas in met het kruiden- of bloemenmengsel.
Doseren van zaden
Het doseren van de zaden is lastig, omdat je maar heel weinig nodig hebt per vierkante meter (vaak
maximaal 2 gram per vierkante meter). Dat lijkt misschien heel weinig, maar er zitten heel veel
verschillende zaadjes in 1 gram bloemenmengsel en elk zaadje kan een flinke plant worden. Om het
doseren gemakkelijker te maken kun je het zaad mengen met droog zand. Het maakt niet uit hoeveel zand
je gebruikt zolang je maar de juiste hoeveelheid zaden gebruikt voor de maat van het veld. Als het een
groter oppervlak is dan kun je de zand-zadenmix het beste evenredig verdelen over verschillende bakken.
Verdeel het veld vervolgens in gelijke stukken. Elke bak met of zonder zand kan voor een bepaald stuk
gebruikt worden.
Uitzaaien met de hand
Begin aan één kant van het in te zaaien oppervlak en neem wat zadenmengsel tussen duim en twee
vingers. Gooi dit als een waaier uit over de grond, probeer hierbij dicht bij de grond te blijven. Let op de
windrichting en zaai niet als het heel hard waait. Je kan beter wat te zuinig zaaien dan te grof, want je kan
altijd twee keer over een stuk zaaien, maar als je te weinig zaden hebt is het natuurlijk jammer.
Door te veel te zaaien krijg je niet een beter resultaat. Sommige planten zullen het namelijk niet redden
door de concurrentie van de andere zaden. Daarom is het ook niet raadzaam om zomaar andere mengsels
toe te voegen.
Nabewerken
Daarna licht inwerken met de hark of eg. In droge periodes is besproeien van de zaden en de jonge
plantjes aan te raden voor een beter resultaat.
Inzaaiperiode
De beste zaaiperiode is van eind maart tot en met mei. Zaai als er voldoende vocht in de grond zit en de
bodemtemperatuur niet te laag is. Veel bloemen zijn warmtebloeiers, als de temperaturen te koud zijn heb
je de kans dat er bepaalde grassen gaan overheersen.
Wanneer zie ik wat?
De eerste kiemplantjes zie je na 1 à 2 weken. De eerste bloei zie je na ongeveer 6 weken. Eerst beginnen
enkele soorten te bloeien, daarna komt ook de rest erbij en krijg je een veld met allerlei verschillende
soorten bloemen en kruiden.
Afhankelijk van externe factoren
Hoe jouw specifieke kruidenveld uitpakt is ook afhankelijk van externe factoren. Zo zijn
weersomstandigheden, grondsoort en onkruiddruk factoren die van invloed zijn op het uiteindelijke
resultaat.
Vervolgonderhoud
Wanneer de kruiden meest uitgebloeid zijn is het het beste is om er voorlopig niets aan te doen. In de dode resten zitten veel insecten, de zaden zijn voedsel en de ruigte is een prima schuilplek voor allerlei dieren.
Daarom is het van belang dat, mocht je het toch willen afmaaien, je in elk geval 40 %.van de stroken tot het volgend voorjaar laat staan. De natuur houdt niet van strak en netjes opgeruimd zoals wij mensen dat gewend zijn. Probeer daar rekening mee te houden.
Als er niet teveel gras en nog voldoende kruiden staan kun je het ook nog een jaar laten staan. Het bodemleven wordt dan niet verstoord.